De sociale onderneming: alle erkenningsvoorwaarden zijn gekend!

Overeenkomstig artikel 8:5 van het WVV kunnen de coöperatieve vennootschappen aan de minister van Economie om een erkenning als  “sociale onderneming” verzoeken.

Deze erkenning als sociale onderneming vervangt de kwalificatie van de “vennootschap met sociaal oogmerk” (die niet langer kan worden toegevoegd aan de rechtsvorm van een vennootschap sinds de inwerkingtreding van het WVV).

 Vennootschappen met sociaal oogmerk die reeds bestaan op de datum van inwerkingtreding van het WVV worden op hun beurt vermoed te zijn erkend als sociale onderneming, met dien verstande dat dit vermoeden door de minister van Economie, onder bepaalde voorwaarden, kan worden weerlegd (zie koninklijk besluit van 28 juni 2019 tot uitvoering van artikel 42, lid 4, van de wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en tot vaststelling van verschillende bepalingen betreffende het vermoeden van erkenning als landbouwonderneming en als sociale onderneming).

Erkenningsvoorwaarden

De voorwaarden tot erkenning als sociale onderneming zijn de volgende (art. 8:5 van het WVV en art. 6 van het voornoemde koninklijk besluit van 28 juni 2019):

  1. de vennootschap moet hoofdzakelijk tot doel hebben, in het algemeen belang, een positieve maatschappelijke impact te bewerkstelligen op de mens, het milieu of de samenleving ;
  2. de statuten moeten het voorwerp van de vennootschap omschrijven waarbij uitdrukkelijk tot uiting komt dat dit voorwerp dienstig is om een positieve maatschappelijke impact op de mens, het milieu of de samenleving te bewerkstelligen;
  3. elk vermogensvoordeel dat de vennootschap rechtstreeks of onrechtstreeks aan haar aandeelhouders uitkeert, onder welke vorm dan ook, mag niet hoger zijn dan de rentevoet vastgesteld  door de Koning in uitvoering van de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor Coöperatie, het Sociaal Ondernemerschap en de Landbouwonderneming;
  4. bij vereffening van de vennootschap is het vermogen dat overblijft na aanzuivering van het passief en terugbetaling van het door de aandeelhouders werkelijke gestorte en nog niet terugbetaalde bedrag op de aandelen, bestemd voor een bestemming die zo nauw mogelijk aansluit bij haar voorwerp.
  5. bij uittreding moet de uittredende aandeelhouder maximum de nominale waarde van zijn werkelijke inbreng ontvangen;
  6. het mandaat van bestuurder moet onbezoldigd zijn (tenzij de algemene vergadering van aandeelhouders beslist over een beperkte onkostenvergoeding of presentiegeld);
  7. geen enkele aandeelhouder mag aan een stemming in de algemene vergadering deelnemen met meer dan een tiende van het aantal stemmen verbonden aan de vertegenwoordigde aandelen;
  8. het bedrag van het dividend uit te keren aan de aandeelhouders kan slechts worden bepaald na bepaling van een bedrag dat de vennootschap voorbehoudt aan projecten of bestemmingen die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van haar voorwerp;
  9. het bestuursorgaan van de vennootschap moet jaarlijks een bijzonder verslag over het afgesloten boekjaar opstellen waarin het ten minste melding maakt van de wijze waarop het bestuursorgaan van de vennootschap toezicht houdt op de toepassing van de erkenningsvoorwaarden, van de activiteiten die de vennootschap heeft verricht ter verwezenlijking van haar voorwerp en van de middelen die de vennootschap hiervoor heeft ingezet.

Procedure en duur van de erkenning

De aanvraag tot erkenning wordt ingediend met de post of met de elektronische post, aan de hand van een aanvraagformulier (DOC, 44 KB) dat kan worden gedownload van de website van de FOD Economie. Bij de aanvraag tot erkenning moet worden gevoegd:

  1. een bewijs van oprichting van de vennootschap;
  2. een exemplaar van de gecoördineerde statuten van de vennootschap;
  3. in voorkomend geval, een exemplaar van het intern reglement van de vennootschap;
  4. de notulen van de laatste algemene vergadering van de vennootschap;

De vennootschappen die voldoen aan de erkenningsvoorwaarden worden voor onbepaalde duur erkend. Hun erkenning blijft geldig zo lang hun statuten, hun werking en hun activiteiten in overeenstemming zijn met deze voorwaarden. Daartoe worden op regelmatige basis controles gehouden door de ambtenaren van de FOD Economie.

Zoeken

Newsletter