Vermelding ‘ante factum’ van de erkenning van een coöperatieve vennootschap in de statuten

Overeenkomstig artikel 8:4 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) voegt een erkende coöperatieve vennootschap aan de benaming van haar rechtsvorm het woord ’erkende‘ toe, en wordt afgekort als ’erkende CV‘. Als gevolg daarvan mag een coöperatieve vennootschap die niet erkend is de term ’erkende‘ niet aan de benaming van haar rechtsvorm toevoegen.

Deze bepaling kan praktische problemen veroorzaken in die zin dat een vennootschap in oprichting of die haar statuten wijzigt om ze in overeenstemming te brengen met het WVV of de erkenningsvoorwaarden, niet op voorhand het woord ’erkende‘ aan haar benaming mag toevoegen. Zij zou dus verplicht zijn haar statuten opnieuw te wijzigen zodra de erkenning is verkregen, wat zou leiden tot tijdverlies en aanzienlijke kosten.

Het is echter mogelijk om een dergelijke formaliteit te vermijden.

Een coöperatieve vennootschap kan immers in haar ontwerpstatuten de toevoeging van het woord ’erkende’ aan haar benaming afhankelijk stellen van het daadwerkelijk verkrijgen van de erkenning. Het zal dus aangewezen zijn om in het artikel van de statuten met betrekking tot de benaming van de vennootschap in te voegen dat zij ‘erkend’’ kan toevoegen aan haar benaming indien zij is erkend in toepassing van de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor Coöperatie, het Sociaal Ondernemerschap en de Landbouwonderneming en haar uitvoeringsbesluiten.

Een voorbeeld van een formulering zou als volgt kunnen zijn: ”In alle akten, aankondigingen, facturen, publicaties en andere documenten die van de vennootschap uitgaan, wordt haar benaming onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door de initialen ’CV‘ of deze voluit geschreven woorden ’coöperatieve vennootschap‘, alsook, in voorkomend geval, onder voorbehoud van het verkrijgen van de desbetreffende erkenning(en), die van ’erkende CV’, met vermelding van de zetel (…)”.