Nieuws

Modernisering van de erkenningsvoorwaarden voor de erkende coöperatieve vennootschappen

Justice150x150

Op 17 mei 2016 werd het koninklijk besluit van 4 mei 2016 in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Dit KB wijzigt het besluit van 8 januari 1962 dat de voorwaarden tot erkenning van de nationale groeperingen van coöperatieve vennootschappen en van de coöperatieve vennootschappen vastlegt.

Hierdoor worden de coöperatieve vennootschappen en de groeperingen die erkend zijn op 31 mei 2016, en zij die hun erkenning verkregen na deze datum, voor onbepaalde duur erkend.

 

Tegelijkertijd met de invoering van een erkenning van onbepaalde duur bepaalt het voornoemde koninklijk besluit van 4 mei 2016 dat de ambtenaren van de FOD Economie regelmatig moeten controleren of de erkende groeperingen en de erkende coöperatieve groeperingen blijven voldoen aan de voorwaarden van de erkenning die hen werd verleend.

De erkenning blijft dus geldig zolang de coöperatieve vennootschap blijft voldoen aan de erkenningsvoorwaarden zoals bepaald bij het voornoemd koninklijk besluit van 8 januari 1962.

Het koninklijk besluit van 4 mei 2016 verduidelijkt ook de hierna opgesomde erkenningsvoorwaarden.

  • Vrijwillige toetreding en uitsluiting om gewettigde redenen

Het koninklijk besluit voegt een bepaling in waarbij de erkende coöperatieve vennootschap voortaan, op verzoek van de kandidaat-vennoot, de objectieve redenen van de weigering tot toetreding moet meedelen.

De bedoeling is dat de kandidaat zich ervan kan vergewissen dat de beslissing tot weigering van zijn toetredingsverzoek berust op de toelatingsvoorwaarden voorzien in de statuten of objectieve redenen (zoals de verblijfplaats, het beroep, de hoedanigheid,..) en niet op een discriminerende reden.

  • Benoeming van statutaire bestuurders

Het koninklijk besluit voegt een bepaling in waardoor statutaire bestuurders kunnen worden benoemd, voor zover de statuten de mogelijkheid en de regeling voor de algemene vergadering voorzien om de benoeming te herroepen.

De benoeming van statutaire bestuurders zonder de mogelijkheid van de algemene vergadering om deze te herroepen, wordt hierdoor voorkomen.

  • Economisch of sociaal voordeel en ristorno

Het koninklijk besluit voegt twee vroegere erkenningsvoorwaarden samen, namelijk de ristornovoorwaarde en de voorwaarde met betrekking tot het economisch of sociaal voordeel dat aan de vennoten wordt toegekend.

Het economisch of sociaal voordeel kan concreet verschillende vormen aannemen, bvb. onder de vorm van een ristorno. Wanneer de vennootschap kiest voor het toekennen van een ristorno, dan kan deze in voorkomend geval slechts toegekend worden pro rata de verrichtingen die de vennoten met de vennootschap hebben gedaan.

Het koninklijk besluit bepaalt dat deze erkenningsvoorwaarde niet van toepassing is voor coöperatieve vennootschappen met een sociaal oogmerk, omdat de tekst van artikel 661 van het Wetboek van vennootschap die voor hun van toepassing is, niet compatibel is met deze erkenningsvoorwaarde.

  • Onbezoldigd mandaat van de bestuurders en de controlerende vennoten

Het koninklijk besluit behoudt de algemene regel dat het mandaat van de bestuurders en de controlerende vennoten onbezoldigd moet zijn, hoewel er voortaan de mogelijkheid wordt voorzien om van deze regel af te wijken voor zover dat (i) dat de eventuele vergoeding wordt vastgelegd door de algemene vergadering en (ii) dat deze vergoeding niet bestaat uit een deelname in de vennootschapswinst.

  • Bijkomende erkenningsvoorwaarde: informatieverstrekking en vorming aan vennoten

Het koninklijk besluit bevat een bijkomende erkenningsvoorwaarde die stelt dat de coöperatieve vennootschap een gedeelte van de jaarlijkse inkomsten moet voorbehouden voor informatieverstrekking aan en opleiding van haar leden, zowel huidige of potentiële, of het grote publiek.

Deze nieuwe erkenningsvoorwaarde is geïnspireerd op het vijfde coöperatieve beginsel van de Internationale Coöperatieve Alliantie en stemt overeen met het advies van juni 2015 van de Nationale Raad voor Coöperatie over het hervormingsvoorstel van het vennootschapsrecht.

  • Nieuwe verplichting voor de erkende coöperatieve vennootschappen: het opstellen van een bijzonder verslag

 

Het koninklijk besluit voorziet in een nieuwe verplichting voor de erkende coöperatieve vennootschappen. De bestuurders van de vennootschap zullen voortaan jaarlijks verplicht een bijzonder verslag moeten opstellen over de wijze waarop de vennootschap toezicht houdt op de erkenningsvoorwaarden, in het bijzonder de voorwaarde over het economisch of sociaal voordeel (zie punt 3) en die over de informatie en vorming aan vennoten (zie titel III).


 

Dit bijzonder verslag kan worden opgevraagd door de FOD Economie in het kader van de controle op het respecteren van de erkenningsvoorwaarden. Dit verslag dient te worden bewaard op de zetel van de vennootschap.

 

De vennootschappen die een jaarverslag opstellen, zoals bedoeld in artikelen 95 en 96 van het Wetboek van vennootschappen, kunnen desgevallend dit bijzonder verslag in hun jaarverslag invoegen

 

Het koninklijk besluit voorziet in een nieuwe verplichting voor de erkende coöperatieve vennootschappen. De bestuurders van de vennootschap zullen voortaan jaarlijks verplicht een bijzonder verslag moeten opstellen over de wijze waarop de vennootschap toezicht houdt op de erkenningsvoorwaarden, in het bijzonder de voorwaarde over het economisch of sociaal voordeel (zie punt 3) en die over de informatie en vorming aan vennoten (zie titel III).

 

 

Dit bijzonder verslag kan worden opgevraagd door de FOD Economie in het kader van de controle op het respecteren van de erkenningsvoorwaarden. Dit verslag dient te worden bewaard op de zetel van de vennootschap.

 

 

De vennootschappen die een jaarverslag opstellen, zoals bedoeld in artikelen 95 en 96 van het Wetboek van vennootschappen, kunnen desgevallend dit bijzonder verslag in hun jaarverslag invoegen.